‘Wel vergeven, nooit vergeten’
Burgemeester liet familie Franz-Rosel deporteren
Vandaag is het 73 jaar geleden dat in Nederland de zogenoemde zigeunerrazzia plaatsvond. Door het hele land werden op 16 mei 1944 in de vroege ochtend 248 Sinti en Roma opgepakt en afgevoerd naar kamp Westerbork. Dit gebeurde onder toeziend oog van de Nederlandse autoriteiten. In het Limburgse Beek werd de familie Franz-Rosel opgepakt. Bij het monument dat voor hen is opgericht wordt dit jaar voor het eerst de vervolging van Sinti onder het naziregime herdacht.
Het programma bestaat uit een lezing over de vervolging van de Sinti en Roma tijdens de Tweede Wereldoorlog en een wandeling naar het monument aan De Stegen. Hier vindt een bloemlegging plaats. De Gipsy Jazz Cousins zorgen voor muziek.
Spijtbetuiging
‘Wij lieten hen gaan’, staat er als spijtbetuiging op het monument voor de gedeporteerde Sinti in Beek. Tijdens de landelijk razzia op 16 mei 1944 liet toenmalig NSB-burgemeester August Regout de gerespecteerde artiestenfamilie Franz-Rosel door Beekse politieagenten oppakken. Via het werkkamp Westerbork belandden vader, moeder en zeven kinderen in Auschwitz. De getrouwde zoon Manella, die elders in Beek woonde, wist te ontsnappen. Vader Johann en echtgenote Ernestine werden vergast in Auschwitz. De kinderen Hans en Peppi vonden de dood in Buchenwald. De oudste dochter, Buntla, stierf in Ravensbrück en zoon Luitze in Sachsenhausen. De jongste drie kinderen, de dochters Zilla en Medie en zoon Eifa, overleefden de oorlog. Medie overleed vorig jaar september op 86-jarige leeftijd.
Lees in dagblad de Limburger van vandaag een interview met Katinka Steinbach en Reinhoud Weiss van de plaatselijke Sinti-locatie. Zij zijn mede-initiatiefnemers van het monument en vertellen over de vervolging, hun cultuur en de strijd voor acceptatie.