Rijksoverheid moet voortouw nemen
Nationale ombudsman: stop discriminerend standplaatsenbeleid
Een nieuwe opsteker voor alle woonwagenbewoners die al zo lang vechten voor het behoud van hun cultuur. Op een zonovergoten Beukbergenplein in Huis ter Heide presenteerde Nationale ombudsman Reinier van Zutphen vandaag het rapport Woonwagenbewoner zoekt standplaats. Het is gebaseerd op onderzoek naar de ervaringen van woonwagenbewoners met gemeenten. De conclusie van de ombudsman: gemeenten moeten rekening houden met de woonwagencultuur en meer standplaatsen aanleggen. En de Rijksoverheid moet daarbij het voortouw nemen.
Woonwagencultuur
In de meeste gemeenten in Nederland wordt geen tot te weinig rekening gehouden met de wens van woonwagenbewoners om in een woonwagen te wonen. Steeds vaker worden standplaatsen zelfs afgebroken, tegen de zin van de bewoners in. Dat blijkt ook uit de ervaringen van woonwagenbewoners in het rapport Woonwagenbewoner zoekt standplaats. Volgens de ombudsman zijn gemeenten zich vaak niet bewust van de bijzondere positie van de woonwagencultuur. Die is de afgelopen jaren door internationale verdragen erkend en beschermd. Gemeenten moeten rekening houden met die cultuur en met de woonwensen van woonwagenbewoners, vindt de ombudsman.
Onlangs oordeelde het College voor de Rechten van de Mens al dat de Rijksoverheid woonwagenbewoners discrimineert. In een rapport uit 2006 gaf de overheid gemeenten de mogelijkheid om, als een van de opties voor woonwagenbeleid, woonwagenstandplaatsen op te heffen. De Nationale ombudsman vindt dat de overheid dit rapport onmiddellijk moet aanpassen.
Aanbevelingen en tips
In het vandaag uitgebrachte onderzoeksrapport doet de ombudsman meer aanbevelingen aan de Rijksoverheid en aan gemeenten hoe zij het woonwagenbeleid kunnen verbeteren. De ombudsman heeft het rapport inmiddels toegestuurd aan alle 283 gemeenten die bij de ombudsman zijn aangesloten.
Woonwagenbewoners die te maken hebben met onwillige gemeenten, kunnen op de website van de ombudsman ook lezen welke stappen zij dan kunnen nemen.
Meer over het rapport en de aanbevelingen in het komende Wiel.