uit Het Wiel archief

Toekomst woonwagenterrein Helperdiep ongewis

Gepubliceerd op 1 december 2013 door redactie Het Wiel

(uit Het Wiel archief)  Het ruim 60 jaar oude kermisexploitantenterrein aan het Helperdiep in de stad Groningen, maakt mogelijk (deels) plaats voor een modern appartementencomplex. Dit plan van de gemeente viel de woonwagenbewoners onlangs rauw op het dak. Nu de eerste woede en emoties enigszins zijn gezakt, wordt met de gemeente Groningen naar een bevredigende oplossing gezocht.

Wie het 6.630 vierkante meter grote kermisexploitantenterrein aan het Helperdiep – in de noordwestelijke hoek van de Groningse wijk Helpman – betreedt, waant zich niet in de stad. Te midden van het groen staan 30 woonwagens in een oase van rust. In deze mooie ‘enclave’ die ruim 60 jaar bestaat, wonen momenteel 47 personen, waar onder veel éénpersoonshuishoudens.
‘Tien bewoners zijn boven de zeventig jaar en hebben hier bijna hun hele leven gewoond. Zulke oudere mensen moet je niet meer “verplanten” naar een ander terrein’, vindt voorzitter Jan Pieter Sipkema van de pas opgerichte bewonersvereniging. Hij is nog steeds ontstemd over het plan van de gemeente Groningen om het woonwagenterrein op te offeren voor een modern appartementencomplex. Dit project is een initiatief van woningcorporatie Lefier Stad Groningen en project-ontwikkelaar Slokker Vastgoed. Als het plan doorgaat, gaat de eerste schop waarschijnlijk over drie jaar de grond in.

Informatiebijeenkomst

‘De gemeente Groningen heeft verzuimd ons tijdig te informeren over het project’, vindt Sipkema. ‘Het waren nota bene enkele buurtbewoners uit rijtjeshuizen hier vlak achter het terrein, die ons op de hoogte van het bouwplan brachten. Zij vonden het maar vreemd dat niemand van het kermisexploitantenterrein was uitgenodigd voor de buurt-informatiebijeenkomst. Toen ik dat hoorde, heb ik meteen een boze mail naar de gemeente gestuurd en daarin gemeld dat we niet meer in 1930 leven, toen gemeentelijke besluiten je nog, zonder inspraak te hebben gehad, zo door de strot werden geduwd.’
Na twee weken kreeg Sipkema een reactie terug. ‘Daarin werd ons toegezegd dat er alsnog een speciale informatieavond voor ons zou worden georganiseerd.’ Meteen na deze uitnodiging besloten de woonwagenbewoners een bewonersvereniging op te richten, onder het motto ‘samen staan we sterker’. Het bestuur bestaat uit: Jett Luesink, Dick van Oort, Peter Kooistra, Thea Sipkema en Jan Pieter Sipkema.

Verplaatsen

Op de bijeenkomst maakten zij hun ongenoegen over het nieuwbouwproject én de slechte communicatie hierover door de gemeente kenbaar.
‘Men kwam toen ook met het voorstel aan ons om alle 30 woonwagens te verplaatsen naar een braakliggend terrein aan de andere kant van de straat’, vertelt bestuurslid Dick van Oort. ‘Deze lap grond is echter 2.000 vierkante meter kleiner dan ons huidige terrein en daarom zien we dat niet zitten.’
Boos en geëmotioneerd gingen de woonwagenbewoners na de bijeenkomst huiswaarts. In een later gesprek met wethouder Frank de Vries van Ruimtelijke Ordening kreeg Sipkema toch hoop op een positievere wending van de kwestie. ‘Hij heeft beloofd zijn uiterste best te doen voor een goede oplossing en vooral goed naar onze wensen te zullen luisteren. De Vries heeft toegezegd om hier in het najaar persoonlijk een kijkje te komen nemen. We worden als bewonersvereniging nu duidelijk serieus genomen en hebben ook periodiek overleg met de gemeente.’

Opknapbeurt

Sipkema vertelt dat de gemeente Groningen de woonwagenbewoners als alternatief drie mogelijke opties heeft voorgelegd:
1. Alle woonwagens verhuizen naar een nieuw terrein aan de overkant van de straat
2. Naast het nieuwe appartementencomplex het bestaande kermisexploitantenterrein (in verkleinde vorm) laten voortbestaan, dit terrein opknappen en hierbij een parkeerterrein aanleggen voor de kermisattracties
3. Hetzelfde als optie twee, met daarbij vijf huurwoningen op het terrein bouwen, voor de wat oudere woonwagenbewoners.
‘We hebben inmiddels de meningen van alle bewoners gepeild’, zegt Sipkema. ‘Optie 1 valt voor ons meteen af, vanwege de reden die Dick al noemde. Onze voorkeur gaat uit naar optie 3. Een aantal oudere woonwagenbewoners heeft aangegeven wel in een huurwoning op het terrein te willen wonen.’

Van Oort vindt het opknappen van het bestaande terrein ook heel belangrijk. ‘De gemeente Groningen heeft, zolang dit terrein bestaat, hier nog nooit iets aan onderhoud gedaan Ooit is er een hekwerk langs het Helperdiep geplaatst om te voorkomen dat kinderen van het hoge talud vallen. Verder heeft de gemeente ons altijd links laten liggen. Zelfs als het ’s winters glad is en men zout strooit in alle straten, dan wordt ons terrein overgeslagen, dat is toch belachelijk?’
Sipkema knikt. ‘We zijn onder andere hoognodig aan een nieuwe riolering en bestrating toe. Mochten de vijf woningen er ooit komen, dan kan het woonwagenterrein worden herkaveld en opnieuw ingericht. Daarbij krijgen wij inspraak van de gemeente, zo is ons toegezegd. Een van onze wensen is de bouw van een klein gemeenschapsgebouw op het terrein.’

Belofte

‘De gemeente heeft ons beloften gedaan. Wij zullen binnenkort in ons overleg met hen de voorkeur voor optie 3 melden. Mocht de raad op termijn met dit plan instemmen, dan zal er subsidie beschikbaar moeten worden gesteld’, zegt Van Oort. ‘Als we er niet met de gemeente Groningen uit komen, zullen we de juridische weg moeten bewandelen’, vult Sipkema aan. ‘Hopelijk hoeft het niet zo ver te komen.’

‘Voorlopige denkrichtingen’

In een reactie zegt woordvoerder Henk Bouwkamp van de afdeling Bestuursondersteuning van de gemeente Groningen dat de drie – door Sipkema genoemde – opties nog niet vast staan. ‘Ze moeten vooralsnog worden gezien als denkrichtingen. De precieze kaders zijn nog niet uitgewerkt of vastgelegd. Het kan dus ook nog wel een variant op een van de opties worden of nog weer een nieuwe optie. Dit is ook meegedeeld aan de bewoners.’
Aan de gemeenteraad zal door b en w binnenkort een zogeheten voorbereidingskrediet worden gevraagd waarin de denkrichtingen voor de nieuwe óf gerevitaliseerde woonwagenlocatie staan, meldt Bouwkamp. ‘Maar daarmee wordt nog niets besloten over wat de toekomst is van de locatie. De planning is dat we waarschijnlijk eind dit jaar een voorstel aan de gemeenteraad voorleggen welk model we verder willen onderzoeken en ontwikkelen. Een volgende stap is dan een bestemmingsplanwijziging.’

Vergeten

De bewoners toonden zich ontstemd dat zij eerder dit voorjaar niet waren uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst over het appartementencomplex. Bouwkamp zegt hierover: ‘De verantwoordelijke woningcorporatie was vergeten mensen uit te nodigen: niet alleen de kermisexploitantenterrein, ook andere omwonenden. Zodra dit is opgemerkt, is er een nieuwe brief met een uitnodiging persoonlijk bij de mensen afgeleverd en een nieuwe informatiebijeenkomst gehouden. Recent is de bewoners nog een brief gestuurd waarin informatie stond over de gehouden informatieavonden en uitleg over het bouwplan.’

Heden en verleden van het Helperdiep

De 79-jarige Maria Werkman is bewoonster van het eerste uur van het woonwagenterrein aan het Helperdiep. Het vormt sinds 1951 haar thuisbasis. ‘Op dit terrein staan nu 63 jaar woonwagens. De gemeente Groningen huisvestte er vanaf 1946 aanvankelijk wegenbouwers en spoorlieden, die na de Tweede Wereldoorlog meehielpen aan de wederopbouw van de stad. Destijds was er een groot woninggebrek in de stad en daarom werden de werknemers ondergebracht in woonwagens’, kijkt zij terug.

‘Ook kermisexploitanten kregen na verloop van tijd een plek op deze grond. Nadat de wegenbouwers en spoorlieden later woningen in de stad konden krijgen, bleven de kermisexploitanten over op het terrein. Voorheen lagen hier ook nog woonschepen aan de wal. Mijn man en ik hebben door de jaren heen diverse kermisattracties gehad, waarmee we door het land trokken. Na zijn dood ben ik hier blijven wonen. De vrijheid van het leven in een woonwagen kan ik niet missen. Het is hier heerlijk wonen. Ik ga dood als ik naar een woning zou moeten verhuizen.’

Oliebollen
Jan Pieter Sipkema stond voorheen jarenlang met een oliebollenkraam op kermissen. Eerst met zijn ouders, later nam hij het bedrijf over. ‘Ik ben er in 1997 mee gestopt. Er was zóveel concurrentie op het gebied van oliebollenverkoop dat ik geen brood meer zag in deze handel’, vertelt hij. ‘Sindsdien ben ik taxichauffeur en dat bevalt nog steeds prima. Of we in de voorbije jaren weleens hebben overwogen om dit terrein te verlaten om in een huis te gaan wonen? Nee, nooit. Dit is ons thuis. Voor veel oudere woonwagenbewoners is het heel emotioneel dat zij wellicht hun vaste woonstek moeten verlaten. Vandaar dat we als bewonersvereniging een parochiaal werker hebben ingeschakeld, bij wie de mensen hun verhaal kwijt kunnen.’

Wetsregels
Zelf zit Sipkema de laatste maanden vele uren achter de computer, om zich te verdiepen in wetsregels en wettelijke procedures. ‘Zonder de afgeschafte Woonwagenwet val je als woonwagenbewoner nergens meer onder. Ik ben daarom volop in de materie gedoken. Uit gesprekken met ambtenaren is al een paar maal gebleken dat ik vaak beter dan hen op de hoogte ben van de regelgeving. Zo kende een ambtenaar bijvoorbeeld de geldende brandweervoorschriften bij woonwagens niet eens! Zo blijven we als bewonersvereniging knokken voor onze belangen en laten we ons wettelijk niets wijs maken.

bron: Het Wiel 3-2009, tekst: Broer Feenstra

Geef een reactie

Copyright © Het Wiel - Alle rechten voorbehouden. Het Wiel, Postbus 595, 3700 AN Zeist.