Vliegende brigade voor woonwagenbeheer en normalisatie
(uit Het Wiel archief) ‘Woonwagenbewoners zijn gewoon een bijzondere doelgroep van huisvestingsbeleid met een specifieke woonwens, net zoals jongeren en ouderen. Respecteer die woonwens en faciliteer die nou gewoon’, zegt Geralt Trinks van woningcorporatie De Woonplaats in Enschede. De Woonplaats onderzoekt momenteel, samen met een aantal partners, het idee voor een landelijk kenniscentrum en taskforce voor woonwagenlocaties en normalisatie.
Oorspronkelijk was het idee van De Woonplaats om een landelijke Woonwagencorporatie op te zetten. Van dat plan is de stuurgroep, waarin initiatiefnemer De Woonplaats participeert, weer afgestapt. ‘Het effect van zo’n landelijke corporatie zou kunnen zijn dat organisaties achterover gaan leunen en zelf niets meer doen. Dat is natuurlijk niet de bedoeling’, zegt Geralt Trinks.
Samen met de SEV (Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting), en inmiddels ook de VROM-Inspectie en woningcorporatie WoonInc uit Eindhoven, wordt nu gekeken naar een landelijk kenniscentrum en een taskforce die gemeenten en corporaties met raad en daad kan bijstaan. Bijvoorbeeld op het gebied van beheer of het inrichten van oude of nieuwe standplaatsen.
Dat is nodig, volgens Trinks, omdat het bij gemeenten en corporaties nog regelmatig aan kennis ontbreekt. Daarbij bestaan er allerlei ‘aannames’ over woonwagenbewoners. Trinks: ‘De gemiddelde bevolking denkt nog steeds dat een woonwagenbewoner toch wel iets heel aparts is en gewelddadig bovendien. Terwijl 95% dat gewoon niet is. Er zijn natuurlijk best bepaalde locaties waar absoluut geen lieverdjes wonen. Maar dan zeg ik meteen: die hebben we in onze krachtwijken ook wonen. Dus heb je het nou specifiek over woonwagenbewoners? Nee, je hebt het gewoon over niet-toelaatbaar gedrag. En dat moet je helemaal loskoppelen van de woonvorm.’
Zelf heeft de Woonplaats woonwagenlocaties in Enschede, Winterswijk en Groenlo in beheer. Dat verloopt zonder problemen, volgens Trinks. De corporatie verhuurt er standplaatsen en woonwagens en versteende woonvormen. Ook koop behoort tot de mogelijkheden.
Trinks: ‘Wij kijken naar woonwensen: hoe willen mensen wonen. Met je familie bij elkaar willen wonen, is zo’n wens. Wij respecteren dat en proberen dat ook te realiseren, maar wel binnen de financiële mogelijkheden die wij hebben.’
Luxe villa’s
Op die manier kijkt De Woonplaats ook naar de vraag naar huurwoonwagens.
‘Als wij in een prachtwijk gaan investeren in een huis, heeft dat een bepaalde rendementsdoelstelling en een bepaald onrendabel gedeelte. Dat geldt ook voor woonwagenbewoning. Wij gaan geen luxe villa’s neerzetten met geld dat bestemd is voor sociale verhuur, om mensen over de streep te trekken. Als wij aan de grens zitten, stopt de onderhandeling.’
Een gemiddelde woonwagen is kostentechnisch gezien echter gewoon haalbaar, volgens Trinks. ‘Wij houden ongeveer dezelfde rendementsdoelstellingen aan als bij sociale huurwoningen. Het enige verschil is, is dat er een iets kortere termijn van exploitatie is. Als je voor een woning 50 jaar rekent, reken je voor een woonwagen 30 tot 40 jaar, afhankelijk van de kwaliteit van de bouw.’
‘Er zijn ook mensen die zeggen: doe mij maar een versteende woning, maar ik wil dan wel alles beneden hebben, en ramen tot aan de grond zodat ik ook dat weidse uitzicht heb, net als in de wagen. …Ja, ook dat kan. Maar als wij iets moeten realiseren buiten het bedrag dat wij normaal ook voor onze sociale verhuur zouden uitgeven, dan moet dat verschil door de bewoner gewoon betaald worden.’
“Speciaal”
Behandel woonwagenbewoners net als andere huurders, want ze zijn net als andere huurders, zegt Trinks. ‘Het enige verschil is, is dat zij specifieke woonwensen hebben. Maar ook dat is niet echt bijzonder, want wij hebben meer doelgroepen met specifieke woonwensen. Ouderen, jongeren en gehandicapten. Daar bouwen wij ook voor.’
Toch krijgen bewoners van woonwagens nog altijd het etiket opgeplakt “speciaal, speciaal, speciaal” vindt Trinks. ‘Er wordt ook een probleem in stand gehouden. Er zit bijvoorbeeld een groep beheerders op kampen die daar alle belang bij hebben. Omdat ze daar gewoon flink geld mee verdienen.’
Een aantal gemeenten en corporaties houden het probleem op hun beurt mede in stand ‘omdat ze denken: we hebben dat probleem zo mooi bij die beheerder ondergebracht.’
Via het kenniscentrum en een Taskforce wil De Woonplaats toewerken naar een normale situatie, naar normale oplossingen. Dat als er bijvoorbeeld iets aan een huurwoonwagen moet gebeuren, een woningcorporatie dat gewoon zelf gaat doen. ‘Voor regulier onderhoud is geen speciale beheerder nodig, dat is toch onzin’, aldus Trinks.
Woonwagenbewoners zouden zelf ook een actievere rol kunnen en moeten spelen bij het doorbreken van de bestaande kringetjes waarin iedereen maar blijft ronddraaien, vindt Trinks. ‘Die kunnen ook wel eens zeggen: we stappen gewoon naar een corporatie die het wel wil. Als jij wilt participeren en je hebt een goed plan met z’n allen, dan kun je dat toch kenbaar maken bij de corporatie? Van: wij willen anders wonen! Dit gebeurt ook in onze prachtwijken, waar bewoners vanaf het begin al meedenken en meebeslissen.’
Positieve beweging
Het kenniscentrum wil zich ook gaan richten op zaken als onderwijs, scholing en werkgelegenheid, samen met toekomstige partners die op dat gebied hun specialisme hebben. ‘Beheer-plus heet dat. Dat houdt in dat je mensen sociale stijgingsroutes aanbiedt. Dat je bijvoorbeeld ouders erop aanspreekt wanneer een kind niet naar school gaat. Dat gebeurt ook in prachtwijken of op andere plekken waar een negatieve spiraal in stand wordt gehouden. Het is ook een stuk bewustwording. Ongewenste achterstelling, probeer daar wat aan te doen.’
Het kenniscentrum en Taskforce is nu nog in ontwikkeling. Trinks hoopt dat gaandeweg steeds meer partijen aanhaken, zodat er een brede positieve beweging ontstaat die de vastgeroeste huisvestingsmarkt voor woonwagenlocaties uit het slop kan trekken.
foto: De Woonplaats heeft eind vorig jaar het woonwagencentrum aan de Winterweg in Enschede – hier nog in aanbouw – overgenomen. De gemeente Enschede heeft samen met de bewoners de nieuwe woonwagens ontworpen.
bron: Het Wiel 3-2009, tekst: Thea Reuver