Advies College Mensenrechten aan minister van Binnenlandse Zaken

Gepubliceerd op 23 april 2018 door redactie Het Wiel

Leven in een woonwagen is een essentieel onderdeel van de cultuur van Roma, Sinti en woonwagenbewoners. Rijk, gemeenten en woningcorporaties zijn op basis van mensenrechten verplicht om de cultuur van woonwagenbewoners niet alleen te beschermen, maar om het voor woonwagenbewoners ook makkelijker te maken om in een woonwagen te kunnen wonen.

Dat is kort samengevat de inhoud van een Advies dat het College voor de Rechten van de Mens 23 april heeft gestuurd aan minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken. Het ministerie had het College zelf om advies gevraagd omdat zij bezig is een nieuwe handreiking op te stellen voor gemeenten over woonwagenbeleid. Het ministerie heeft dat november vorig jaar laten weten tijdens een bijeenkomst met (organisaties van) woonwagenbewoners, Sinti en Roma, vertegenwoordigers van PILP (een pilot van het Nederlands Juristen Comité Mensenrechten) en andere belangenbehartigers.

Nuloptie = Discriminatie

In mei 2017 oordeelde het College voor de Rechten van de Mens dat het ministerie van Binnenlandse Zaken woonwagenbewoners discrimineert. In de toenmalige handreiking voor gemeenten – Werken aan woonwagenlocaties – had het ministerie namelijk de ‘nuloptie’ opgenomen, die ook wel uitsterfbeleid wordt genoemd. Deze nuloptie houdt in dat gemeenten alle woonwagenstandplaatsen (uiteindelijk) kunnen opheffen.
Dat beleid druist in tegen de mensenrechten van woonwagenbewoners, Sinti en Roma, oordeelde het College.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft daarop de handreiking van haar website gehaald. In samenwerking met bewoners van woonwagens en belangenbehartigers is nu een nieuwe handleiding voor woonwagenbeleid in de maak.

Aanbevelingen

Als voorbereiding op die nieuwe handleiding heeft het College voor de Rechten van de Mens vanuit haar expertise advies uitgebracht. Daarin geeft het College (juridisch onderbouwd) antwoord op vragen waar gemeenten nu vaak mee worstelen. Zoals: Wie behoren tot de groep woonwagenbewoners? Voldoet de gemeente aan de mensenrechten als ze voldoende standplaatsen aanlegt? Hoe kunnen gemeenten en woningcorporaties voldoen aan de woonbehoefte van woonwagenbewoners zonder dat reguliere woningzoekenden worden benadeeld? Is er een norm te geven in de hoeveelheid standplaatsen per gemeente?

Afstammingsbeginsel

Het College gaat ook uitgebreid in op de vraag of het nodig is het afstammingsbeginsel opnieuw te voeren, zoals die gold onder de oude Woonwagenwet. Bij het nieuwe woonwagenbeleid zijn er namelijk twee momenten waarop definitie en registratie van woonwagenbewoners nodig zijn: bij de inventarisatie van hun woonbehoefte, en bij de toewijzing van standplaatsen volgens een bepaalde rangorde.
Omdat etnische registratie een vrij beladen onderwerp is – het is al snel in strijd met het non-discriminatie- en privacy-beginsel – geeft het mensenrechtencollege de voorkeur aan een andere oplossing. “De overheid kan voor de peiling van de woonbehoeften en voor het aanbrengen van een rangorde op de wachtlijst volstaan met het vaststellen van het woonadres van betrokkene, zijn ouders en/of grootouders,” aldus het College.

Lees hier het uitgebreide volledige advies met alle aanbevelingen van het College voor de Rechten van de Mens aan de minister van Binnenlandse Zaken.

Lees hier oordeel 2017-55 van het College voor de Rechten van de Mens in de zaak die de Woonwagenbewonersvereniging Gouda met steun van PILP heeft aangespannen tegen het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Lees hier meer over het werk van PILP voor woonwagenbewoners.

Zie ook:

Ministerie onderneemt actie tegen discriminerend woonwagenbeleid

Minister discrimineert woonwagenbewoners vanwege ‘nuloptie’

 

Geef een reactie

Copyright © Het Wiel - Alle rechten voorbehouden. Het Wiel, Postbus 595, 3700 AN Zeist.