Het relaas van de familie Franz
Tijdens de landelijke zigeunerrazzia van 16 mei 1944 werd in het Limburgse Beek de Sinti familie Franz opgepakt. NSB-burgemeester Regout belastte twee politieagenten met de taak de familie te arresteren. Vader Johann, die bekend stond om zijn muziek waarmee hij feesten opluisterde, moeder Ernestine, vier zonen en drie dochters werden in alle vroegte uit hun woonwagens gehaald. Een paar dagen later werden ze via Westerbork op transport gesteld naar Auschwitz. Oudste zoon Manella, die elders woonde, wist met zijn gezin onder te duiken. Van de gedeporteerde familieleden zouden alleen de drie jongsten, dochters Zilla en Mady en zoon Eifa terugkeren. Allen zwaar getraumatiseerd en ondervoed.
Foto: Op 16 mei 1993, precies 49 jaar na de deportatie van de familie Franz, onthulde de Beekse burgemeester Bert van Goethem een monument voor de familie. Het beeldhouwwerk is gemaakt door de plaatselijke beeldhouwer Mathieu van Kampen. Op het monument staat de tekst ‘Wij lieten hen gaan’, een verwijzing naar het feit dat de inwoners van Beek de deportatie zomaar lieten gebeuren.