Tik op vingers gemeente Leudal vanwege wachttijd
Een nieuwe doorbraak in de uitspraken van het College voor de Rechten van de Mens. Kregen eerder nog alleen gemeenten en woningcorporaties het oordeel discriminatie omdat zij woonwagenstandplaatsen opheffen; nu heeft het College ook een tik op de vingers uitgedeeld aan een gemeente die woonwagenbewoners te lang laat wachten op een plek. De gemeente Leudal voert namelijk een zogenaamd stilstand beleid: het aantal standplaatsen blijft gelijk. Het gevolg daarvan, stelt het College voor de Rechten van de Mens, is dat woonwagenbewoners te lang moeten wachten op een standplaats en daardoor niet kunnen leven volgens de woonwagencultuur. En daarmee discrimineert de gemeente woonwagenbewoners.
Het College weegt in haar oordeel ook me dat de gemeente geen huurwoonwagens meer verstrekt. Wat overigens in veel gemeenten het geval is. Vrijkomende standplaatsen zijn daardoor alleen beschikbaar voor bewoners met een eigen woonwagen. Het gevolg daarvan is dat de balans tussen voorraad en behoefte alleen maar schever worden, stelt het College. Woonwagenbewoners kunnen immers geen hypotheek afsluiten om een woonwagen te kopen.
Ook de gemeente Deventer discrimineert woonwagenbewoners, omdat zij woonwagenstandplaatsen opheft en omdat zij de behoeften van woonwagenbewoners niet in kaart brengt, zoals zij dat wel doet bij bewoners van huurwoningen, oordeelde het college eind vorig jaar.
De gemeente Deventer is inmiddels in actie gekomen en gaat niet langer standplaatsen opheffen.
Ook de gemeente Eindhoven, Wooninc en Woonstichting ’thuis hebben inmiddels officieel gereageerd op eerdere oordelen van het College voor de Rechten van de Mens.
…Lees meer in Wiel 1 van 2017. (Foto: woonwagenlocatie in Heythuysen)