Huurder-medehuurder; standplaats overnemen
Veel jongeren willen graag een standplaats op hetzelfde woonwagencentrum als hun ouders en/of andere familieleden. Dat is de laatste twintig jaar alleen maar moeilijker geworden. In veel gemeenten is er niets bijgebouwd en vaak is zelfs het aantal standplaatsen afgenomen. Het zogenaamde uitsterfbeleid wordt daar gevoerd.
Opa en oma
Veel kinderen/kleinkinderen gaan daarom bij hun opa en oma wonen, in de hoop dat zij in de toekomst de huur van deze standplaats over kunnen nemen. Dat is heel begrijpelijk en wordt ook algemeen aanvaard door de woonwagengemeenschap zelf. De verhuurders reageren niet allemaal hetzelfde. Veel van de woningbouwverenigingen staan niet zomaar toe dat de huur overgaat op een kind of kleinkind. Wat zijn nu precies de eisen waaraan moet worden voldaan.
Duurzaam en gemeenschappelijk
Er moet sprake zijn van een duurzame gemeenschappelijke huishouding. Er moet sprake zijn van wederkerigheid in de relatie. Wat betekent dat nu in de praktijk. Je moet kunnen aantonen dat je met je ouders/grootouders bent gaan samenwonen met de bedoeling dit ook lang te gaan doen, duurzaam. Je moet bijdragen in de gezamenlijke kosten van de huishouding. Dit moet je kunnen bewijzen door middel van bankafschriften, betaalbewijzen en aankoopbewijzen van gezamenlijke goederen en/of levensmiddelen. Je zorgt voor je ouders/grootouders en zij zorgen ook voor jou. Zij koken of zij passen op je kinderen, of je zorgt voor hen en zij doen het huishouden. Het moet dus van twee kanten komen.
Als je enkel en alleen met je ouders/grootouders gaat samenwonen omdat zij zorg nodig hebben, is dat dus niet voldoende.
Als je al heel lang bij je ouders woont of eerder wel de woonwagen hebt verlaten en terugkeert dan werkt dat wel in je voordeel. Als je al tien jaar met je opa of oma een gezamenlijke huishouding voert is dat ook in je voordeel.
Medehuurderschap
Als je twee jaar samenwoont en voldoet aan de bovenstaande voorwaarden dan kun je, samen met je ouders/grootouders bij de verhuurder vragen of je medehuurder mag worden. Als ze dat weigeren kun je een advocaat inschakelen om de zaak bij de kantonrechter voor te laten komen. Je kunt ook besluiten om dat niet te doen en pas nadat de grootouders overleden zijn aan de verhuurder vragen of je de huur mag voortzetten op jouw naam. Dat moet dan wel binnen 6 maanden na het overlijden van de hoofdhuurder gevraagd worden, daarna kan het niet meer.
Trouwen/geregistreerd partnerschap
Als je trouwt met de hoofdhuurder of je gaat een geregistreerd partnerschap aan met de hoofdhuurder dan ben je wettelijk ook huurder. Daar hoef je niets voor te doen. Dit geldt alleen als je ook echt je hoofdverblijf in de woonwagen, op de standplaats, van de hoofdhuurder hebt. De wet beschermt de medebewoner als deze getrouwd is of een geregistreerd partnerschap heeft met de hoofdhuurder. Geef je huwelijk of partnerschap wel door aan de verhuurder. Mocht je relatie onverhoopt eindigen, dan zal de achterblijver vanzelf huurder zijn.
Laat van u horen
Nu er zoveel uitspraken liggen van het College voor de Rechten van de Mens waarin het uitsterfbeleid als discriminatie wordt aangemerkt, lijkt er langzaam een beetje verbetering te komen in de houding van gemeenten. In Deventer gaan ze weer standplaatsen aanleggen. Laten we hopen dat dit een trend is die zich voort gaat zetten elders in Nederland. Het is dan erg belangrijk dat u van zich laat horen en dat u brieven stuurt aan alle gemeenten waarin u graag een standplaats wilt hebben. Zonder dat het bij die gemeenten bekend is dat er mensen zijn die graag een standplaats willen, doen ze zeker niks.
Door: Sjoerd Jaasma, advocaat woonwagenzaken
*Dit is een bewerkte versie van een artikel dat eerder is verschenen in Het Wiel 2-2018.