Het relaas van Crasa Wagner en de familie Hanstein-Grünholz, slachtoffers van de Holocaust
Zestien was Theresia ‘Crasa’ Wagner toen ze samen met haar vader, moeder, vier zusjes en een broertje werd opgepakt tijdens de ‘zigeunerrazzia’ van 16 mei 1944. Alleen Crasa overleefde de oorlog Haar relaas is een van de vijf indrukwekkende maar tegelijkertijd gruwelijke getuigenissen van Sinti en Roma in Me hum Sinthu (Ik ben zigeuner). Het boek uit 1980 van journalist Jan Beckers was bijna in de vergetelheid geraakt, totdat Helena Franchimont, kleindochter van Crasa, het initiatief nam tot een herdruk. Opdat nooit vergeten wordt wat haar oma en haar familie tijdens de oorlog is aangedaan.
Struikelsteen voor de familie Hanstein-Grünholz
Op 25 september onthulde nabestaande Wim Hanstein samen met burgemeester Elly Blanksma een grote struikelsteen en een plaquette in Helmond. Het monumentje is ter herdenking van de omgekomen familie Hanstein-Grünholz. Het is geplaatst in het Maurickplantsoen, op de plek waar vroeger het woonwagenkamp Scheidijk was. Midden in de nacht van 15 op 16 mei 1944 werd hier op de deur gebonkt van de enige Sinti familie die er woonde. De hele familie werd van bed gelicht en op de trein gezet naar Westerbork en van daaruit naar de vernietigings- en werkkampen van de nazi’s. Slechts twee zonen overleefden de hel.