Eigen woonwagen en de sociale dienst
Per 1 januari 2004 is er een nieuwe bijstandswet gekomen met de mooie naam Wet Werk en Bijstand. Let op: de naam is niet zomaar gekozen, daar is over nagedacht. Eerst het woord werk en dan pas het woord bijstand. Dat is om aan te geven waar volgens de overheid de nadruk op dient te liggen en dat is op werk. In principe natuurlijk een prima uitgangspunt. Vrijwel iedereen zal liever een leuke baan hebben dan zijn hand op te moeten houden bij de gemeentelijke sociale dienst.
Met deze nieuwe wet heeft men ook het idee opgevat om woonwagens gelijk te stellen met woningen. In dit geval door de simpele formulering dat daar waar woning staat ook woonwagen of woonschip gelezen moet worden. Daarmee dacht de wetgever er in eerste instantie vanaf te zijn en dat iedereen gelijk behandeld zou gaan worden.
Het vermogen
Onder de oude wet werd geen rekening gehouden met het vermogen dat aan de woonwagen was gebonden. Onder de nieuwe wet wordt hier wel rekening mee gehouden. Uit de wet zelf valt heel moeilijk op te maken hoe dat nu precies zit, maar ik zal proberen het zo goed mogelijk uit te leggen.
Het was eerst de bedoeling om een verschil te maken tussen oude gevallen en nieuwe gevallen. Dat wil zeggen dat bij mensen die al voor 1 januari 2004 een bijstandsuitkering ontvingen, geen rekening gehouden zou worden met de waarde van de eigen woonwagen, maar wel bij de nieuwe gevallen. Dat zijn de mensen die na 1 januari 2004 een uitkering hebben aangevraagd en die ook hebben ontvangen. Voor die gevallen wordt de woonwagen direct meegenomen bij het bepalen van de hoogte van het eigen vermogen. Ik heb enige tijd geleden al een artikel geschreven over dit onderwerp en uitgelegd hoe dat werkt met dit vermogen. Kort gezegd mag men ongeveer € 43.500 aan vermogen bezitten dat gebonden is aan de woonwagen en daarnaast nog € 10.000 voor gezinnen aan contanten of op de bank.
De taxatie
De woonwagens moeten dan wel getaxeerd worden. Veel gemeenten werken al met taxaties op grond van de wet onroerendezaakbelasting en velen van u hebben al een waardebeschikking ontvangen. U moet goed opletten of deze niet te hoog is, want anders kunt u problemen krijgen met onder meer de sociale dienst als u hiervan afhankelijk bent. Hoe wordt de wagen getaxeerd? In de gemeente Nijmegen heeft men de taxatie gedaan en is men uitgegaan van de herbouwwaarde min een afschrijving per jaar bij een levensduur van 25 jaar. De gemeente heeft de gemiddelde vierkante meterprijs genomen van twee wagenbouwers. Een dure en een goedkope en men komt dan uit op een bedrag van ongeveer 800 euro per vierkante meter. Als u een vrij nieuwe wagen heeft van meer dan 65 vierkante meter dan loopt u al snel het risico dat uw eigen vermogen te hoog is voor een bijstandsuitkering.
Leenbijstand
Als het zo is dat uw woonwagen meer waard is dan het totaal vrij te laten vermogen dan zult u zeer waarschijnlijk alleen nog bijstand kunnen ontvangen in de vorm van een lening. Deze lening moet u terugbetalen bij beëindiging van uw uitkering voor zover dat dan mogelijk is. De gemeente kan hier ook van afzien, afhankelijk van uw persoonlijke situatie. De leeftijd kan hierbij een rol spelen.
Voor 2006
Als u denkt dat uw woonwagen misschien ook te veel waard is, dan moet u rekening houden dat u per 1 januari 2006 geen bijstandsuitkering meer ontvangt, maar nog slechts een bijstandsuitkering in de vorm van een lening. In de wet staat wat met vermogen bedoeld wordt. Het gaat dan om de waarde van de bezittingen waarover het gezin beschikt of kan beschikken verminderd met de aanwezige schulden. Hier zit het probleem althans de ongelijkheid met mensen met een eigen woning. Bijna iedere eigen woningbezitter heeft zijn woning bezwaard met een hypotheek. Deze hypotheek wordt afgetrokken van de waarde van de woning en dat bedrag wordt dan aangemerkt als vermogen. Zoals u allen wel weet is het verkrijgen van een hypotheek op een woonwagen, zeker als de standplaats geen eigendom is, vrijwel onmogelijk. In principe is hier dan ook sprake van een ongelijke behandeling, althans van een ongelijke positie van woonwagenbewoners tegenover huizenbewoners.
Dat geldt zeker voor die woonwagenbewoners die al voor 1 januari 2004 een bijstandsuitkering hebben en een eigen woonwagen bezitten. Bij hen wordt de hele waarde van de wagen meegenomen zonder dat hiertegenover enige schuld staat en wel omdat er geen enkele bank is te vinden die een lening of hypotheek wil verstrekken. In eerste instantie was het ook niet de bedoeling dat de wet ook voor de oude gevallen zou gaan werken omdat men vond dat dit in strijd was met het rechtszekerheidsbeginsel. Deze mensen hebben nimmer geweten of kunnen weten dat de woonwagen die zij ooit hebben gekocht of zelf gebouwd er nu voor zorgt dat ze geen uitkering meer ontvangen. Deze kwestie zal nog aan de rechter worden voorgelegd, voor zover mogelijk, en gevraagd zal worden deze bepaling te toetsen aan de Europese verdragen. Uiteindelijk is er toch voor gekozen, zonder dat dit in de wet duidelijk is opgenomen, om de oude gevallen in 2004 en 2005 met rust te laten.
door: Sjoerd Jaasma, advocaat woonwagenzaken.
Bron: Wiel 5-2005